Werk in uitvoering
Onze visie is in discussie. Er wordt over nagedacht en heeft vooral betrekking op de ontwikkelingen op de gebieden van domotica en energietransitie. Het woord domotica is ontstaan uit de woorden Domus (=huis) en tica (=toegepaste wetenschap) zoals in het woord informatica. Voor voorbeelden zie Domotica.
De domotica zijn mogelijk door elektronica, met internet als centrale communicatie-eenheid. Daarnaast speelt de energietransitie een grote rol in onze visie voor de langere termijn. Als het gas wordt afgesloten zal ons gebouw toch energie nodig hebben om comfortabel en veilig te kunnen wonen. Ook het behoud van de waarde van ons gebouw maakt het noodzakelijk om hierover na te denken.
Voor de energietransitie zullen we moeten nadenken over de vervanging van onze eigen oudere HR-ketels. Vanaf 2025 worden normale eengezinswoningen door de wet verplicht tot installatie van een warmtepomp (WP) als belangrijkste bron van warmte (voor appartementen is een uitzondering gemaakt en geldt die verplichting niet). De hybride warmtepomp is de goedkoopste vorm, waarbij 85% van de tijd de warmtepomp de energie levert en alleen bij extreme koude (de resterende 15%) de gasketel bijspringt. Bij een all-electric WP levert de WP 93-95% van de warmte en de overige 5-7% wordt door stroom geleverd. Het voordeel van de laatste optie is dat je geen gasaansluiting meer nodig hebt. Dat scheelt al flink in de vaste lasten. Als nadeel zou je kunnen zien dat je afhankelijk wordt van één energiesoort, alleen stroom. Een probleem hierbij is de zogenaamde rookgasafvoer (RGA).
Rookgasafvoer en de wet.
Link naar betreffende pagina van VvE-belang
Onze visie op de toekomst
Nieuwe functionaliteiten (domotica en laadpalen)
Met de ontwikkelingen die ons geboden worden via internet kunnen we denken in nieuwe functionaliteit. Met meer comfort, meer veiligheid en minder energieverbruik.
Onder andere ook rekening houdend met het toenemend aantal elektrische auto’s (EV’s). Zowel hybride als puur electric. Onze garage is daar bouwkundig slecht op voorbereid, als er onverhoopt brand zou ontstaan voltrekt zich mogelijk een ramp, maar direct voor onze deur zijn er voldoende mogelijkheden.
Want ons gebouw is goed voorzien van sterkstroom, voor de hellingbaan die elektrisch wordt verwarmd als het vochtig en koud is. Stoken van de wegdekverwarming vindt echter slechts ongeveer 150 uur per jaar plaats, dat is omgerekend ongeveer één week. Eenenvijftig weken per jaar is die capaciteit er wel maar blijft onbenut. Door deze hoge aansluitwaarde hebben wij de beschikking over voldoende stroom om EV’s te kunnen opladen. Onze aansluiting (J3 en J4 samen) heeft een aansluitwaarde van 3x50A, waarvan slechts een fractie wordt gebruikt.
Wij kunnen direct voor ons gebouw één eigen laadpaal voor EV’s plaatsen (of meer dan één), zonder voor de aansluiting afhankelijk te zijn van het elektriciteitsnet of de gemeente. Het Nederlandse elektriciteitsnet is overbelast en biedt geen extra ruimte, maar wij hebben die grote capaciteit al sinds de oplevering van ons gebouw in 2010. Tot nu toe heeft die specifieke vraag onze VvE niet bereikt.
Comfort, veiligheid en zuinigheid
Een voorbeeld: Stel je voor.
- Je bent eigenaar van een appartement en nadert de hoofdingang van je eigen gebouw.
- De voordeur herkent je aan je telefoon en gaat van het slot. Geheel automatisch of door een APP te activeren. Die APP zou je ook op afstand (zelfs vakantie) kunnen gebruiken om de deur open te maken voor iemand die je toegang tot je appartement zou willen geven in geval van je afwezigheid. Familieleden die de post regelen, de hulp die het appartement gaat schoonmaken, de bezorger van een pakje, de buurman die de planten water geeft, maar ook de wijkverpleegster als je ziek in bed ligt.
- Na de deur te zijn gepasseerd valt deze terug in het slot, maar niet alleen in het slot, zoals dat nu het geval is, maar de deur zal echt op slot worden gedaan. Op de nachtschoot. Dat is veel veiliger.
- De persoon komt binnen in de algemene ruimte en het gedimde licht zal overgaan in de normale gebruiksverlichting.
- Aangekomen bij het eigen appartement zal de deur eveneens van het slot gaan en de verlichting binnen worden ontstoken. Geheel automatisch. Eventueel kan ook de verwarming daarbij worden geactiveerd op een hogere temperatuur (kan ook op afstand).
- Nadat de persoon zijn eigen appartement heeft betreden zal de verlichting van de algemene ruimte gedimd worden en korte tijd later uitgaan.
Dit is geen toekomstmuziek, nee alle genoemde processen bestaan al en worden door vele mensen dagelijks gebruikt.
Naast vele voordelen zitten aan deze mogelijkheden ook nog wel nadelen vast en daarover zal moeten worden nagedacht.
Veiligheid door signalering/bewaking
Daarnaast kunnen er een aantal waarschuwingen op je mobiele telefoon verschijnen indien:
- een rookmelder rook detecteert en actief wordt
- een watersensor water signaleert (vooral in de parkeergarage, maar ook in de keuken en bij de wasmachine)
- een storing in de lift optreedt
- er bij je gebeld wordt, daarbij zal je met de persoon buiten kunnen praten (en zien) en de deur kunnen openen (postbezorging)
- je eigen voordeur wordt geopend
- iemand in ons gebouw medische hulp nodig heeft
Veiligheid door afschrikking
Ook camera’s kunnen de veiligheid van ons gebouw vergroten. In de hal van de hoofdingang, maar ook in de garage en het trappenhuis. En eventueel in je eigen appartement. Camera’s die beelden opslaan in de ‘cloud’. Niet continu, maar alleen als ze bewegingen constateren. Tegenwoordig zo intelligent dat ze bij signalering van beweging de minuut ervoor ook al kunnen opslaan. Veel huidige camera’s maken bovendien gebruik van gezichtsherkenning en nemen alleen op als ze de persoon niet herkennen.
Infrastructuur
Voor al deze mogelijkheden is een internet verbinding noodzakelijk. Een WIFI-aansluiting die ook het trappenhuis en de kelder dekt.
Als straks 5G actief wordt is de snelheid ook langs die weg voldoende.
Energietransitie
Ook zonder de factor klimaat mee te nemen zullen we afscheid van ons gas moeten nemen. Vanwege de kosten en de risico’s van afhankelijkheid van bijvoorbeeld Rusland. Er is alle reden om zelfvoorzienend te worden.
Gas
De aardbevingen in Groningen zijn de directe aanleiding om over “ons” gas na te gaan denken. Ons, in de zin vanuit ons Nederland, maar ook het gas dat wij met z’n allen gebruiken en waar onze CV-ketels op zijn afgestemd. Het door ons gebruikte gas. Oorspronkelijk waren de argumenten om gas te willen minderen het milieu, het klimaat en kostenvermindering. Sinds 2022 komt de oorlog in Oekraine hier nog indringend bij. Velen willen hoe dan ook gewoon van het gas af.
Er zijn nieuwbouwwijken in Nederland, de Vathorst in Amersfoort is er één die gasloos en een succes zijn. Daar besteden ze minder dan 1% van hun inkomen aan energie. Normaal is dat tegen de 8%, nogal een verschil. Een andere factor om te kijken naar deze materie is de onverkoopbaar wordende oudere huizen. Niemand wil ze meer hebben, de kosten voor verwarming zijn torenhoog. En het comfort niet meer van deze tijd.
Hoe de beslissing van onze overheid ook gaat worden ten aanzien van de termijn, er komt een moment dat we op een andere energiebron over moeten gaan. Mijn schatting is dat dat moment mogelijk al over tien jaar zal aanbreken, maar zeker binnen dertig jaar. Als het binnen tien jaar wordt gerealiseerd moeten we nu gaan nadenken over de stappen die genomen moeten worden. Dus….
Elektriciteit
Naast gas is er in Nederland in alle woningen stroom aanwezig. Die stroom kunnen we natuurlijk ook gebruiken om ons huis te verwarmen, maar dat is niet aantrekkelijk, want erg kostbaar. Als je evenveel energie zou willen steken in de verwarming van je woning, met stroom in plaats van met gas, dan worden de kosten bij stroom ongeveer 4x hoger. Je hebt geen grote investering nodig, maar de stookkosten worden dus vier maal zo hoog. Toch niet erg aantrekkelijk.
Bouwtechnische aspecten
De laatste jaren worden er steeds strengere eisen gesteld aan de isolatie van gebouwen. Hoe beter de isolatie hoe minder energie er verloren gaat. Men gebruikt daarvoor de Energie-Prestatie-Coëfficiënt, de EPC. Hoe lager de EPC, hoe minder energie nodig is om de woning te verwarmen en warm te houden. Daarbij spelen naast de verbeterde isolatie ook de ventilatie en warmtebronnen een steeds belangrijkere rol.
Kort gezegd, hoe minder energie in de vorm van warmte er verloren gaat hoe minder energie er nodig is om de woning voldoende warm te houden. Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat een EPC-waarde van nul het ideaal is. Onze huidige woningen zitten daar voorlopig nog vele jaren ruim boven. Maar hoe lager de EPC-waarde, hoe beter. Isolatie in theorie
Voorwaarden te stellen aan onze nieuwe verwarmingsinstallaties
De verwarmingsinstallaties die wij nu meestal hebben werken op een hoge temperatuur. Voor een gasvlam als energiebron is dat geen probleem. Dat is over het algemeen tussen de 60 en 90 graden Celsius.
Als die hoge temperatuur in het water van de radiatoren niet gehaald wordt zal de ruimte niet warm genoeg worden als het buiten gaat vriezen.
De toekomstige verwarming kan die hoge temperatuur alleen met hoog stroomverbruik leveren en zal ook bij lage watertemperatuur voldoende warmte moeten kunnen afgeven aan de ruimtes in ons huis. Dat kan alleen maar als het te verwarmen oppervlak vele malen groter wordt dan nu het geval is. Denk daarbij vooral aan vloerverwarming of radiatoren met ondersteuning van ventilatoren onder de radiatoren. Bij vloerverwarming wordt de hele vloer (of de muur) opgewarmd naar een temperatuur van 30-50 graden.
Welke bronnen hebben we ter beschikking als er geen gas meer kan worden gebruikt?
Onze huidige mechanische ventilatie
De huidige normaal aanwezige systemen van mechanische ventilatie zijn van een simpele constructie. Er wordt uit de ruimtes lucht afgezogen en naar buiten geblazen. Met die lucht gaat warmte verloren en ontstaat er in huis een lichte onderdruk. Door deze onderdruk zal lucht van buiten worden aangezogen. Deze lucht is meestal kouder en moet dus in huis worden opgewarmd. Niet zuinig dus.
Hiervoor zijn warmte-terug-win-installaties bedacht, de WTW. Daarbij wordt de inkomende lucht verwarmd door de naar buiten geblazen lucht. In principe slim bedacht, maar niet geheel zonder problemen, want de lucht die van buiten komt neemt fijnstof mee en dat slaat in de kanalen en de woning neer. Er worden dus filters geplaatst, maar daar wordt verder onvoldoende naar omgekeken en nauwelijks onderhoud op gepleegd. Bij alleen naar buiten blazen is dat geen probleem, bij naar binnen halen uiteraard wel. Het vergt onderhoud. Net als de CV-ketel nu.
Bovendien heb je dus een dubbel stel kanalen nodig, een naar buiten en de tweede naar binnen.
Er bestaat een systeem dat de warme lucht die naar buiten wordt geblazen van zijn warmte ontdoet, maar dat systeem gebruikt veel stroom om dat te kunnen. Als je stroom over hebt is dat een optie, als die stroom uit het net komt is het niet aantrekkelijk.
Energiebronnen
Energie uit zonlicht
In principe wordt er ruim voldoende energie door de zon geleverd om ons energieprobleem op te lossen. Ruim 90% van de energie van het zonlicht wordt door de aarde weerkaatst en verdwijnt de ruimte in. Het voordeel van zonne-energie is dat de zon voor niets schijnt. Het nadeel is dat je een flinke investering moet doen om het zonlicht op te vangen en om te zetten in energie (stroom en warmte) en dat de zon niet altijd schijnt op de momenten dat je energie nodig hebt.
Wij kennen drie manieren om energie uit zonlicht te halen en te gebruiken.
Energie via onze ramen
Door veel en grote ramen op vooral het zuiden te plaatsen komt er veel zon de woning binnen. In de winter is dat prima, in de zomer zijn echter maatregelen nodig om dat te beperken. Onze beglazing is van het type HR++ (Isolide Superplus van Scheuten).
Isolide® Hoog Rendements-beglazing – Isolide® Superplus – bezit dankzij een warmte-reflecterende coating uitstekende isolerende eigenschappen, zonder afbreuk te doen aan de transparantie van de beglazing.
Daarnaast profiteert u gedurende de winter, met een laagstaande zon, optimaal van de invallende zonnestraling. Door de lagere behoefte aan energie neemt ook de uitstoot van milieubelastende gassen af. Met andere woorden: Isolide® Superplus gaat niet alleen zuinig om met uw energie maar ook met het milieu. Deze eigenschappen worden de komende jaren steeds belangrijker.
In combinatie met onze Warm Edge afstandhouder presteert ieder Isolide® en Trisolide® glas nog beter, door verbetering van de isolatiewaarde van uw totale raam. Daarnaast zorgt het voor een fraaie (standaard) zwarte afwerking in uw kozijn! Andere kleuren zijn mogelijk.
Energie uit zonnecollectoren
Zonnecollectoren lijken een beetje op zonnepanelen, maar hebben buizen achter glas waar water doorheen stroomt dat door de zon worden verwarmd. Middels zonnecollectoren is het mogelijk direct warm water te genereren en daarna op te slaan in een grote boiler. Een soort thermoskan.
Energie uit zonnepanelen (PV)
Zonnepanelen worden op vele daken gemonteerd en leveren stroom. Uiteraard alleen als er licht op valt, ’s nachts dus niet. Het probleem bij zonnepanelen is dat de zon dus bepaalt wanneer je stroom krijgt en niet je behoefte. Het kan dus voorkomen dat je stroom wilt hebben, maar de panelen deze stroom niet leveren en het andere uiterste is dat er op andere momenten stroom wordt geproduceerd die niet wordt gebruikt. Dat overschot wil je dan wel graag aan het openbare elektriciteitsnet kwijt. De vergoeding die je daarvoor krijgt noemen we saldering (gunstig) of teruglevering (niet gunstig). Over saldering bestaat grote onzekerheid. De overheid vergoedt steeds minder.
Er wordt vaak gezegd dat op een zinken dak geen zonnepanelen kunnen worden gemonteerd. In de praktijk is gebleken dat het wel degelijk mogelijk is om op felsdaken van zink zonnepanelen te installeren. Op mijn vraag hierover mailde NedZink mij het volgende antwoord: De montage van zonnepanelen op een felsdak is in principe mogelijk.
Op de daken van de oneven gebouwen passen zeker 44 zonnepanelen met de maat 195,6 x 99,1 (de grootste maat). Hiervan zijn 16 panelen op het steilere deel van het dak te plaatsen onder een hoek van 59 graden en 33 passen er op het vlakkere deel met een hellinghoek van 21,8 graden. Zonder last van schaduw door schoorstenen of bomen. Bij elkaar zou dat maximaal 13200 Wattpiek (Wp) kunnen opbrengen. Dat is best veel. De richting van het dak (en dus de panelen) is ongeveer zuid-west (40 graden), hetgeen gunstig is. Afhankelijk van de maat waarvoor men kiest kunnen er 44 tot 54 PV-panelen op ons dak. De oppervlakte verandert daardoor uiteraard niet, de hoeveelheid Wp dus ook niet. De effectiviteit van de ligging is tussen de 91 en 95 %.
De ligging naar het oosten naast de nok zal ongeveer 86% zijn. Het voordeel is dat die panelen al vroeg in de ochtend licht opvangen en productief zijn. Op de meer westelijke dakvlakken wordt de zon pas later actief.
Boven de slaapkamers van het penthouse zit een dak met als waterdichte laag bitumen. Vergelijkbaar met een grote dakkapel. De afmetingen zijn ongeveer 13mx2,40m. Daarop kunnen eveneens zonnepanelen worden aangebracht. Ongeveer zoals op deze foto. Links op de rechter foto is het genoemde deel. Op de zogenaamde dakkapel passen 12 grote panelen (100×195) of 14 medium grote (165×100). Met een rendement van 91%.
Er zijn theoretisch drie risico’s verbonden aan plaatsing van zonnepanelen op ons dak.
1 Het risico op lekkage in huis.
- Dit risico is geen reëel risico. De installatie van het frame waarop de panelen worden bevestigd gebeurt door tussenstukken die worden geklemd op de fels van de zinken dakstroken. Er wordt nergens geboord door het zink heen. De kabels worden aan de uiteinden van het zink onder het dak door naar binnen gebracht.
- Zie: Felsdak NedZink
2 Het risico vanwege het gewicht (of het dak dit kan dragen).
- Dit lijkt geen reëel risico te zijn want een dik pak sneeuw (waarop onze daken zijn berekend) is veel zwaarder dan het geheel aan frame en zonnepanelen tezamen. Volgens het bouwbesluit moet een dak ook mensen kunnen dragen.
3 Het risico vanwege de wind en het optillend effect ervan op de zonnepanelen en de dakconstructie.
- Dit risico is moeilijk in te schatten, maar gezien de verdeling middels het eerder genoemde frame over het hele dak lijkt het mij eveneens geen reëel risico. Op internet vond ik de volgende uitspraak:
Stuwdruk ontstaat alleen op platte daken omdat de panelen niet evenwijdig aan het dak worden geïnstalleerd.
Dat wil zeggen dat het liftende effect van wind onder panelen alleen lijkt op te treden bij panelen op een plat dak, bij panelen op een hellend dak waarbij de panelen evenwijdig zijn gemonteerd is er geen liftend effect op de panelen en de onderliggende constructie.
- De leverancier van de panelen garandeert en verzekert niet alleen de panelen voor 5 jaar, maar ook de eventuele vervolgschade. Daarnaast is die termijn voor een laag bedrag met 5 jaar te verlengen. Uiteraard indien geïnstalleerd door een gecertificeerd bedrijf.
Een voordeel van zonnepanelen wordt nooit genoemd:
Bescherming van het zinken dak tegen volle zonnestraling en daardoor tegen extreme temperatuurschommelingen. De lengteveranderingen door de temperatuurschommelingen worden gehalveerd. Het frame waarop de panelen worden vastgezet overbrugt bovendien het grootste deel van het dak. Ook dat zorgt voor een vastere eenheid. Het risico op schade aan het dak zal vermoedelijk afnemen.
Een concept-legplan voor onze oneven gebouwen
Dit legplan met 31 (+7) grote panelen (1780×1052) is afkomstig van de firma Groene Woningen uit Katwijk. Stefan van der Laan stuurde het mij, na gezamenlijk overleg, op 30 augustus 2022 toe. Hij durft het aan om dit op ons dak te installeren met de 5S! klemmen.
Zoals goed is te zien zijn er twee (of drie) locaties die zeer geschikt zijn voor het installeren van PV.
Op het deel met een hellingshoek van 21,8 graden op het zuidwesten (31 met 95% opbrengst) en op de dakkapel boven de slaapkamers van het penthouse van J3 (7). Het steile deel op het zuidwesten is ook nog een optie. Daar passen nog eens 13 (mogelijk 14 met 91%) panelen op.
Verder kan een hele rij worden gelegd op het deel rechts naast de nok, tussen nok en dakkapel. Liefst op enige afstand van de nok om langer licht te hebben op de panelen. Liever dan op de dakkapel. Er passen 8 panelen op in lengterichting.
De vraag is: Gaat de VvE mee in dit voorstel?
Het mooie is dat dit geheel gratis kan worden gerealiseerd. Met de lagere energiekosten door het minder gebruik van stroom en de gelijkblijvende maandlasten kan de investering worden gefinancierd. De Vereniging Eigen Huis heeft eind 2022 een wet voorgesteld die het individuele eigenaren mogelijk moet maken om energiebesparende maatregelen te nemen, ook zonder toestemming van hun VvE. Bij één op de drie VvE’s worden dit soort maatregelen tegengehouden door de VvE. Ook verhuurders van appartement-complexen doen slechts zelden mee, dat is van bovenaf goed te zien. Er liggen slechts weinig PV-panelen op grote gebouwen.
Bij overleg over onze situatie met de heer Van der Laan bleek dat de leverancier van de zonnepanelen vijf jaar garantie geeft op de panelen, inclusief installatie en dak. Ook op de vervolgschade. Die garantie is tegen een geringe meerprijs uit te breiden naar 10 jaar. Dit lijkt mij voldoende zekerheid voor de VvE.
Als je kijkt naar nieuwbouw appartementsgebouwen valt op dat ieder appartement slechts twee PV panelen krijgt. Dat zal ongetwijfeld met de meerkosten te maken hebben, maar het maakt hoe dan ook de stroomkosten per appartement per jaar lager.
In 2022 ligt de prijs voor een gemiddelde zonnepanelen installatie op 1,26 euro per Wattpiek (Wp). Twee panelen leveren per jaar ongeveer 700kWh op, bij een prijs van 25 eurocent per kWh is dat € 175,00 per jaar voor 2 panelen. Let wel 25 jaar lang.
Door de afbouw van de salderingsregeling wordt het minder interessant om veel panelen te laten aanbrengen. Bovendien weigeren leveranciers steeds vaker voor de overtollige stroom te betalen en brengen stroomleveranciers steeds vaker kosten in rekening om terug te kunnen leveren. Schaf dus niet meer panelen aan dan je zelf kunt gebruiken voor de eigen stroombehoefte.
De tabel van Hespul geeft informatie over efficiëntie van de ligging.
Zoals te zien is de ligging op het vlakkere deel van ons dak (21,8 graden) zeer gunstig. De opbrengst haalt 96% van het maximum.
De verdeling over de verschillende appartementen.
In onze splitsingsacte zijn de onderlinge verhoudingen vastgelegd op grond van de oppervlak van onze appartementen. De formele verhoudingen zijn 28-18-18-18-18-15-15 (130). Die verdeling is niet handig, omdat het delen moeilijk is. Om het simpeler te maken heb ik een iets andere verdeling gemaakt. Als je uitgaat van 27-18-18-18-18-15-15 (129) kan je dat terugbrengen naar 9-6-6-6-6-5-5 (43) en veelvouden daarvan.
De verdeling zou er pro rato als volgt kunnen uitzien: 9-6-6-6-6-5-5 opgeteld zouden dat 43 PV zonnepanelen moeten zijn.
Dat komt vrij goed overeen met onze onderlinge verhoudingen.
Naast de zonnepanelen voor de appartementen kunnen ook voor de algemene ruimte zonnepanelen worden geplaatst. Dat zouden die op de dakkapel kunnen zijn. Die een iets geringere opbrengst (87%-90%) zullen hebben door de vlakkere ligging van 10 graden.
Als alternatief valt te denken aan de toekenning van twee zonnepanelen per appartement. Bij nieuwe appartementsgebouwen zie je meestal per appartement twee zonnepanelen voor de aanwezige warmtepompen. Dat vergt wel enige discussie over de verdeelsleutel bij deze investering.
De afmetingen van zonnepanelen zijn (onder andere):
In 2023 hebben samenwerkende fabrikanten van zonnepanelen afspraken gemaakt over een nieuwe norm voor grote PV-panelen.
De negen fabrikanten spraken af om de standaardisatie van de zonnepaneelformaten te bevorderen. Daarbij is nu gekozen voor een maat van 2.382 bij 1.134 millimeter. Dus een stuk groter dan voorheen.
Op het gebied van afmetingen zijn er heel veel verschillen, zelfs bij de zelfde fabrikant.
10 panelen Sunpowers MAXEON 4000Wp met SMA 3.6V
Sinds 2019 bestaan er panelen met de maten 1690×1046 met een vermogen van net boven de 400Wp.
Een prijsindicatie van een installatie van 10 panelen met een jaarvermogen van 4000kWh (2019):
Tien PV-panelen van Sunpower (type PR-MAX3-400) rond de € 6.300,00.
Inclusief omvormer, compleet gemonteerd en werkend opgeleverd.
Inclusief 25 jaar garantie op panelen en opbrengst.
In 2023 kwamen zonnepanelen op de markt die niet meer glas/glas gebruiken, maar compleet van kunststof zijn gemaakt en daardoor recycled kunnen worden. De maat is veel groter (2335x1159mm) en veel lichter. Eén paneel weegt maar 13 kg (5,5kg/m2). Dat is ongeveer de helft van glas/glas-panelen. Ontwikkeld werden deze zonnepanelen door de firma Solarge (Eindhoven). Hun vermogen is rond de 500 Wp. Ze zijn ongeveer 25% duurder dan “normale” zonnepanelen met een vergelijkbaar vermogen.
Zie: Kunststof lichtgewicht panelen
De fels van ons zinken dak ziet er zo uit. Het is een “enkelvoudige staande fels”.
Daar kunnen klemmen op worden aangebracht (geklemd en niet perforerend) om het frame te kunnen fixeren waarop de zonnepanelen worden gemonteerd. De bouten die gebruikt worden zijn afgerond en beschadigen de opstaande felsen niet.
Op het roodkleurige dak is een goede klem te zien, de S-5-S. Er is een kleinere uitvoering van die maar met één bout wordt vastgezet. De S-5-S mini. Daarvan heeft J3 er een doos vol. Er zijn alternatieven, maar deze S-5-S (dubbel en enkel) klemmen zijn gecertificeerd en exact passend. Bovendien ook nog goedkoop. De dubbele klemmen zijn door de dakdekker Van Eijk gebruikt voor de mobiele valbeveiligingen. Eyecatcher leverde aanvankelijk klemmen die te smal waren voor onze fels, maar intussen hebben wij de passende S-5-S klemmen voor onze valbeveiligingen.
Passende klem (S-5-S mini) en te smalle klem (S-5-E) | Onze valbeveiligingen met goede klemmen (S-5-S in dubbele uitvoering) |
---|---|
URL’s naar firma’s die PV-panelen monteren op zinken felsnaden:
S-5-S klem
S-5-S mini klem
Staande felsverbindingen
Brochure
Clickfit basic felsdak
Dan over de lekkage waar de meeste bewoners bang voor zijn.
Op het steile stuk van het dak (het deel langs de lengte van het terras) zou dat hoe dan ook geen probleem zijn want dit deel van het dak steekt geheel uit buiten de gebouw. Een eventuele lekkage zou buiten het gebouw blijven.
In iets mindere mate geldt dat ook voor het dakdeel boven de berging van het terras. Voor het onwaarschijnlijke geval dat er toch lekkage zou optreden zou dat in de berging zichtbaar worden. Schade in huis levert dat hoe dan ook niet op.
Het dakdeel boven de eetkamer en keuken van het penthouse zou gezien de plaats theoretisch in het penthouse tot wateroverlast kunnen leiden. In het verlengde daarvan geldt dat eveneens voor het deel boven het trappenhuis.
Voor warmtepomp zie Warmtepomp